Ongeveer een jaar geleden, legde ik tijdens mijn afstudeeronderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam aan 30 ondernemerschapsstudenten de vraag ‘Wat zijn jouw sterkste kwaliteiten op het gebied van ondernemerschap?’ voor. De resultaten waren opvallend: 89,9% van de studenten haalden duidelijk competenties aan die bij hun Keyscan als kwetsbaar (i.e. er is geen natuurlijke aanleg aanwezig, maar ze hebben het zichzelf wel aangeleerd) naar voren kwamen! Een bijzonder en belangrijk inzicht, dat verstrekkende gevolgen heeft voor hoe we als selecteurs omgaan met sollicitanten en voornamelijk voor hoe we de gesprekken en processen vormgeven waarop we onze keuzes baseren.
Wat zijn kwetsbare competenties?
Het overgrote deel (zo’n 95-99%) van ons gedrag is onbewust en automatisch. Dit betekent tegelijkertijd dat maar een heel klein deel van ons gedrag rationeel en dus bewust is. Het grootste verschil tussen deze twee soorten bewustzijn, is dat onbewust gedrag op basis van associaties tot stand komt en daarmee dus behoorlijk impulsief is (het gebeurt vanzelf!), terwijl bewust gedrag tot stand komt door middel van ratio en daarmee dus meer stuurbaar is.
Ons associatieve en ons rationele systeem
Een voorbeeld: je ziet jouw favoriete stuk taart in de koelkast staan en je begint direct te watertanden (associatieve systeem). Maar, het is bijna etenstijd en je besluit daarom om het stuk taart niet op te eten (rationele systeem). Zo zie je dus dat je in staat bent om met jouw rationele systeem bepaalde impulsen te onderdrukken en jezelf door middel van goed gedrag in de ‘juiste’ banen te leiden. Een belangrijk besef is echter wel dat jouw rationele systeem het associatieve systeem kan onderdrukken, maar dat het jouw associatieve impulsen niet kan veranderen! Het gevoel van trek in het stuk taart zal in alle waarschijnlijkheid gewoon aanhouden tot je gaat eten, en misschien kies je ervoor om het na het eten alsnog op te eten, blijkbaar omdat het als toetje wel ‘mag’.
Natuurlijke aanleg
Deze situatie laat goed zien hoe ons associatieve (onbewuste) en ons rationele (bewuste) systeem samenwerken en samen zorgen voor ons uiteindelijke gedrag. Ons associatieve systeem zit vol met allerlei patronen die ons elke dag in gang zetten. Met sommige van deze patronen wordt (bijna) ieder mens geboren: denk hierbij aan een angstimpuls bij het zien van een slang (associatie: gevaar) of het pijnlijke gevoel dat opkomt als je genegeerd wordt (associate: gevaarlijk om buiten de groep te vallen). Een heel aantal patronen zijn echter ook uniek voor jou als individu, omdat ze in een specifieke genetische mix aan jou zijn doorgegeven door jouw ouders, grootouders etc. Hierdoor wordt je geboren met een bepaalde natuurlijke aanleg: dingen waar je goed in bent en energie van krijgt én dingen waar je minder goed in bent en die daardoor meer energie kosten.

Ontwikkeld gedrag
Vervolgens begint ons leven, waarin we allerlei situaties meemaken die er om vragen of ons noodzaken om bepaald gedrag te ontwikkelen. Dit betekent echter niet dat dit gedrag altijd bij ons past! Hierdoor ontwikkelen we dus vanuit een bepaalde noodzaak of behoefte ook gedrag en kwaliteiten waar we op onbewust niveau minder aanleg voor hebben. De aanwezigheid van die aanleg is bepalend of een kwaliteit natuurlijk of kwetsbaar is. In beide gevallen spreken we over kwaliteiten, maar er zit een verschil in hoe duurzaam de kwaliteiten zijn. Dit heeft weer te maken met de samenwerking van ons associatieve en ons rationele systeem: bij natuurlijke kwaliteiten zijn beide systemen met elkaar in overeenstemming (je hebt iets van nature in je en je laat het ook zien), terwijl bij kwetsbare kwaliteiten het rationele systeem het associatieve systeem probeert te corrigeren (je hebt iets van nature niet in je, maar je probeert het wel te doen). Kwetsbare kwaliteiten zijn daardoor, wanneer je onder druk komt te staan, moeilijker vol te houden.
Het is belangrijk om als recruiter het verschil tussen deze twee competenties in overweging te nemen, omdat ze bepalend zijn voor iemands functioneren binnen een rol, zeker op de lange termijn.
Waarom komen kwetsbare competenties zo prominent naar voren in zelfomschrijving?
Er is een reden dat kwetsbare competenties juist zo prominent naar voren komen in iemands zelfomschrijving. Wanneer je ergens talent voor hebt en je het gedrag dat daarbij hoort gaat oefenen, dan kun je al vrij snel naar een bepaald niveau komen. Heb je ergens minder talent voor, maar je probeert wel het gedrag te laten zien dat daarbij hoort, dan kost het veel meer moeite om dat gedrag naar een bepaald niveau te krijgen én het op dat niveau te houden.
Iemand investeert dus veel energie en moeite om dit gedrag tot uiting te laten komen, waardoor er een bepaalde geladenheid omtrent het gedrag ontstaat. Vervolgens zien we, omdat een groot deel van iemands energie naar dit gedrag gaat (om het goed uit te voeren en het in stand te houden), dat mensen zich sterk met deze eigenschappen gaan identificeren, terwijl dit niet helemaal terecht is.
Hoe kan je hier als recruiter rekening mee houden?
Het is belangrijk om als recruiter bedachtzaam te zijn op deze valkuilen. Het is daarom altijd zaak om te achterhalen wat het gedrag is dat iemand laat zien: als een kandidaat aangeeft goed leiding te kunnen geven, wat bedoelt hij/zij daar dan mee? Als een kandidaat aangeeft goed te kunnen samenwerken, hoe ziet zo’n samenwerking er dan uit en welke rol neemt de kandidaat dan aan? Als een kandidaat aangeeft energie te krijgen van contact met anderen, wat vindt de kandidaat daar dan precies leuk aan? Door op zoek te gaan naar die diepere laag, kun je beter inschatten of het gedrag dat een kandidaat laat zien daadwerkelijk binnen de functie past en duurzaam is.
Wil jij weten hoe wij dit toepassen in de praktijk? Lees het op Selectieprocedures!